De trainingen worden verzorgd door jonge en enthousiaste trainers, die allemaal baanatletiek beoefenen of hebben beoefenend bij Hellas. Bijscholing van deze trainers gebeurt door middel van clinics, die door het jaar verspreid zijn. Tijdens de trainingen wordt er steeds op 1 á 2 onderdelen van de atletiek getraind. Vaak wordt er naar de onderdelen van een wedstrijd toegewerkt. Het spelelement en prestatiegerichtheid gaan daarbij samen.
Bij de jongsten (mini's, C & B-pupillen) zijn het plezier in atletiek en het leren kennen van het eigen sportlichaam het belangrijkst. De basisvaardigheden die een jonge pupil spelenderwijs worden geleerd zijn: coördinatie, snelheid, uithoudingsvermogen en lenigheid. Om wedstrijddeelname te stimuleren worden regelmatig de wedstrijdonderdelen van atletiek getraind.
Vanaf de A-pupillen zullen er vaker wedstrijdonderdelen op het programma staan tijdens de trainingen. De atleten leren zich dan bewuster te worden van de technieken die bij de verschillende onderdelen komen kijken. Vanaf deze leeftijdscategorie zijn er ook selectietrainingen, voor meer informatie hierover; klik op het kopje ‘selecties’.
Als de atleten D-junior worden veranderen er een aantal zaken, er komen nieuwe onderdelen bij (hordenlopen, speer- en discuswerpen). De trainingen worden nog wat meer op de wedstrijdonderdelen gericht en er wordt voorzichtig geprobeerd de atleten een beetje sterker te maken. Bij de C-junioren zet die verandering zich verder door, met als nieuwe onderdelen polsstokhoogspringen en kogelslingeren.
Op het moment dat een atleet B-junior wordt kan hij of zij zich gaan specialiseren op één of meerdere onderdelen. De atleet kan natuurlijk ook lekker alle onderdelen blijven trainen en zich zo dus richten op de meerkamp.